Hoe lees ik een loonstrook?
Opbouw bruto-netto
Zie het voorbeeld met extra uitleg onderaan deze uitleg ter verduidelijking van deze informatie:
De salarisberekening is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
- Het salaris: een vast salaris per tijdvak (maand) of een loon per uur
- Toeslagen, overwerk: maandelijkse variabele onderdelen naast het salaris
- Belaste vergoedingen: kosten voor onregelmatige diensten, bovenmatig huiswerk
- Bijtellingen: auto van de zaak (indien van toepassing)
- Pensioenpremies e.d.: pensioen, Prepensioen, WGAhiaat
- Sociale lasten: werknemersverzekeringen
- Loonheffing: loonbelasting en premies volksverzekeringen
- Kostenvergoedingen: huiswerk kilometers
- Inhoudingen divers: personeelsvereniging, opleidingsfondsen e.d.
- Netto: het resultaat van de brutonetto berekening
Salaris en toeslagen zijn meestal wel duidelijk. Dat is altijd ‘loon’ en die zijn altijd onderwerp van heffing van premies voor pensioen en sociale lasten en loonheffing. De belaste vergoedingen zijn niet altijd direct duidelijk. Voorbeeld zijn kosten voor onregelmatige diensten, maar ook bovenmatige vergoedingen voor kilometers. De bijtelling van de auto van de zaak en de eventuele eigen bijdrage zijn ronduit onduidelijk. Hier wordt belasting ‘gerekend’, waardoor het netto loon daalt. De feitelijke uitbetaling van de auto van de zaak gaat niet in geld maar in de vorm van het genot van de auto. Op het loon worden bedragen ingehouden. Dat zijn bijvoorbeeld pensioenpremies en/of sociale lasten (werknemersverzekeringspremies) en loonheffingen. De sociale lasten en loonheffingen worden berekend over het heffingsloon. Pensioenpremies worden meestal berekend over het loon en soms wordt het loon verhoogd met 8% vakantiegeld. Verder geldt meestal een franchise. Een franchise is het (eerste) deel van het loon waarover geen premie wordt berekend. Met ingang van 2013 wordt geen Zvwpremie meer ingehouden. Wel is er een werkgeverspremie Zvw.
Brutonetto in een zeer sterk verkort schema:
Loon | + | 2000,– |
Pensioenpremie | -/- | -200,– |
Heffingsloon | = | 1800,– |
Loonheffing | -/- | -500,– |
Netto | = | 1300,– |
Pensioenpremies
Er zijn verschillende pensioenachtige premies. Pensioenpremie, prepensioenpremie, WAOgatpremie, WIAhiaatpremie, WGAhiaatpremie. De berekening van een pensioen- premie is afhankelijk van het pensioenfonds. Voor vele bedrijfstakken zijn aparte regelingen. Voor de berekening van de pensioenpremies verwijzen wij gemakshalve naar die bedrijfstakpensioenfonden. De premie wordt berekend over een grondslag. Meestal is dat het loon maar soms wordt uitgegaan van het ‘vastovereengekomenloon’. Dat is dan het loon dat werknemer op 1 januari van dat jaar verdient.
Franchise
De meeste pensioenpremies hanteren een franchise. De franchise is het eerste deel van de grondslag (lees: loon) waarover geen premie berekend wordt. Alleen over het meerdere wordt premie berekend. Het verschil tussen het loon en de franchise wordt pensioengrondslag genoemd.
Berekening sociale lasten
Tot de sociale lasten behoren alleen de werknemersverzekeringen: Awf (Algemeen Werkloosheidsfonds), Sectorpremie (Wachtgeld), WAOpremie, Premie Werkhervattingskas, ZVWpremie (zorgverzekering). U ziet deze premies tegenwoordig niet meer op de loonstrook. Het zijn werkgeverspremies en de werknemer betaalt hier niet meer aan mee. De berekening van de sociale lasten moet altijd over de cumulatieve grondslag gebeuren. Dat is lastig. U telt alle ‘lonen’ vanaf 1 januari t/m ‘nu’. U stelt vast wat het maximumloon over alle tijdvakken t/m nu is. U rekent verder met de laagste van de twee. U trekt de grondslagen af die in eerdere berekeningen zijn meegenomen. Wat u over houdt is de grondslag waarover u nu moet rekenen.
Loonheffingen
De loonheffingen zijn: Loonheffing en premies voor de Algemene wetten: Aow, Aww, Aaw, Awbz, Akw. Deze bedragen worden derhalve in één bedrag geheven. Voor de vaststelling van de verschuldigde loonheffingen zijn tabellen beschikbaar. U hoeft slechts enkele gegevens te hebben: Het heffingsloon, het geboortejaar en of werknemer aanspraak maakt op loonheffingskorting.
Loonheffingskorting
Over de loonheffingskorting: De werknemer met slechts 1 werkgever heeft altijd loonheffingskorting. Als de werknemer 2 werkgevers heeft dan heeft hij meestal loonheffingskorting bij de werkgever waar het grootste inkomen vandaan komt. De werknemer zelf bepaalt of hij/zij aanspraak maakt op loonheffingskorting.
Tabel
Er zijn witte en groene tabellen. De groene tabellen zijn voor inkomsten uit vroegere arbeid zoals pensioen, maar soms ook voor een ontslaguitkering. Welke tabel van toepassing is moet op de loonstrook staan.
Normaal en bijzonder loon
Over het ‘normale’ loon wordt loonheffing ingehouden volgens de tabel. Over ‘bijzonder loon’ wordt loonheffing ingehouden volgens de tabel voor de bijzondere beloning. Onder bijzonder loon valt bijvoorbeeld overwerk, vakantiegeld e.d. De loonheffing over bijzonder loon is een vast percentage. Dat percentage is afhankelijk van wat de werknemer vorig jaar heeft verdiend, of, bij indiensttreding, dit jaar verdient.
Tijdvaktabel of dagtabel
Normaal gesproken wordt de tijdvaktabel toegepast. Dus de tabel voor een maand bij maandloon. Soms echter verlangt de wet toepassing van de dagtabel (x het aantal gewerkte dagen). Voor fulltimers* geldt: In de maand waarin werknemer in dienst treedt of uit dienst gaat past u de dagtabel toe.
Auto van de zaak
Loon in natura is altijd het moeilijkst te begrijpen. De werknemer betaalt er wel belasting over maar krijgt geen loon in geld. Het privégebruik voor de auto van de zaak is (bijvoorbeeld) 25% van de cataloguswaarde van de auto bij aanschaf. Per jaar, dus bij maandloon gedeeld door 12. Het bedrag verhoogt het heffingsloon. Als de werknemer een eigen bijdrage betaalt dan verlaagt de eigen bijdrage het heffingsloon.
Basisgegevens
Op een loonstrook moet duidelijk zichtbaar zijn voor wie hij is. En van welke werkgever. Verder horen er natuurlijk een aantal basisgegevens op zoals geboortedatum, datum in dienst, BSNnummer en het basisloon. Wettelijk is de vermelding van het minimumloon vereist.
Cumulatieven
Van de belangrijkste gegevens worden cumulatieven bijgehouden en afgedrukt. In vrijwel alle gevallen kunt u de laatste loonstrook van het jaar meteen gebruiken als jaaropgaaf.
Reserveringen
U bouwt meestal wel een reservering vakantiegeld op. De opbouw is dan zichtbaar op de loonstrook. Afhankelijk van keuzen en instellingen kunt u ook de opbouw van vakantiedagen zien.